Hoe het begon…..
Na het overlijden van vader Gerard Vanneste werden al hun duiven totaal verkocht. Gerard had 6 kinderen, en ieder moest zijn deel hebben.Twee van die kinderen ,Filip en Stefaan waren duivenmelkers. Het was 1988 en het werd een der beste verkopingen van de jaren tachtig. Zoon Stefaan kwam terecht in het voetbal en besteed daar al zijn vrije tijd aan. Zoon Filip, verhuisde in 1989 naar Moorsele en begon in 1990 opnieuw met de duiven te spelen, samen met zijn vrouw Liliane en zoon David. Filip en David die een familiebedrijf hebben in binnenhuisinrichting zijn tijdens de dag op hun werk en dan neemt Liliane de duiven onder haar hoede. Daarom werd er besloten om verder te spelen onder haar naam.
Er werden duiven aangekocht in 1989 bij de sterkste melkers uit de provincie. Daar werd een ronde jongen uit gekweekt, en tussen die jongen zat al direct een superduif, nl. de Jacko, werd in 2000 2e Prov. Asduif met klein procent op de Halve Fond. De eerste 2 jongen eruit waren zeer goed. De Jacko II vloog als jong 6 eerste prijzen, de Jacko I won vele topprijzen en vloog als oude duif 1e Prov. Blois Oude. De Jacko is jammer genoeg vroeg gestorven toen hij op een dag neerviel op dak, later werd een vergiftiging vastgesteld die hij opgelopen had op een veld niet ver naast de deur.
De 4 volgende jaren speelden ze zeer sterk met oude en jongen op de Halve Fond, met oa de Superduif “De Provinciaal”. Met 8 eerste prijzen op de halve Fond, met oa 1 Prov. Tours van meer dan 2000 duiven. Doch de nakweek bracht niet meer de resultaten zoals voordien, er werd beslist opnieuw versterking bij te halen. Een der beste spelers op dat moment was Reynaert Antoon uit Passendale. Men had er al veel horen vertellen over zijn sterk spel en Superduif de GOEN. Toen ze in de gaten kregen dat ze ook de Prov. Asduif Halve Fond hadden met hun Supercrack met 10 eerste prijzen werd er contact opgenomen met Antoon Reynaert. Er werden jongen besteld rechtstreeks uit de Goen x Wendy en uit 2 zonen van de Goen. Het waren jongen van de derde ronde 1996. Er werd voorzichtig een ronde jongen gekweekt voor 1997. Ze hadden 6 jongen uit deze duiven en er zat al direct een duivin bij die zeer goed vloog als jong, maar super als jaarling en oude duif met 8 eerste prijzen als resultaat. Deze kwam uit Klz Goen x dochter Goen of Antoon 873/96 x Hilde 868/96.Deze Antoon is vader van 11 verschillende eersteprijsvliegers samen met de 2 dochters van de Goen , Hilde en Lena. Ook met andere duivers is de kweek met Hilde en Lena zeer goed, ze waren vertrokken. Omdat ze zo goed gelukt waren, zijn ze ieder jaar iets gaan bijhalen uit de toppers van Hok Reynaert.
In 2000 kwam oa een zoon van de Schicht x de Wendy. De Schicht is een fenomenale kweker en is vader van 3 Prov. Asduiven waaronder de Favori (12 x 1) – Keizer ( 14 x 1) – FIGO (16 x 1 en 1 Nat. Bourges Oude) en ook vader van de kleine Figo van Bosua die op zijn beurt vader is van de Kannibaal en Kerkduifje ( 1 Nat. Le Mans van meer dan 120000 d.) De Wendy is moeder van 2 Prov. Asduiven; de Supercrack en de Favori. Ondertussen zijn de Hilde en Lena zeer goede verervers, tot in de derde generatie al eersteprijsvliegers !!! Ondertussen is met de Fam. Reynaert een hechte vriendschapsband gegroeid. Op hun kweekhok zitten nu ook 5 Kleinzonen Figo, 5 kleindochters Goen, duiven uit broers Figo, klz Goen,…
Hun Duivenbestand bestaat nu uit 70 % Reynaert A. en H. aangevuld met duiven uit beste van beste van
– Superman Casaert Maurice Néchin , 10 duiven uit hun superkwekers.
– Ally Norbert Aarsele zeer sterke kolonie met voornamelijk Gaby Vandenabeele duiven
– Hebberecht Chris Evergem 1 Kamp. Fond van Belgie en superduiven op de Fond
– Freddy Vandenheede Zingem.
– Kint G. en D. uit Ooigem leverancier van topduiven,…..
kortom van de beste kolonies van de Vlaanders.
Spelmethode Oude en Jongen.
De weduwnaars (ieder jaar rond de 25 stuks) worden gekoppeld begin december en brengen elk een koppel jongen groot. Als de jongen speenklaar zijn gaan de weduwnaars terug naar de volière tot rond 15 maart en dan komen ze terug op de vlieghokken. Ze mogen dan nogmaals 5 dagen broeden en als het weer het toelaat worden ze als ze broeden als eens weggebracht. Eerst 5, dan 10, 15 Km en daarna gaan ze mee halverwege April.
Er wordt begonnen op 70 km met de jaarlingen en op 170 Km met de oude. De duivinnen worden normaal getoond voor vertrek , maar er wordt na een tijd wel ook eens geen duivin getoond, eens afwisselen kan geen kwaad. Eens de duiven op de Halve Fond vluchten zitten, gaan ze maar om de 14 dagen mee. Bij zeer slechte weersvooruitzichten worden de toppers normaal thuisgelaten. Maar dit gebeurt niet veel.
Het spel met weduwnaars eindigt eind juli.
De weduwnaars brengen na het seizoen een jong groot en gaan dan terug naar de volière tot aan de winterkweek.
Er is ook een klein hokje waar er ieder jaar 7 duivinnen worden gespeeld (de beste jonge duivinnen worden verder gespeeld), deze duivinnen doen geen winterkweek en worden op de eerste vluchten ingekorfd met een jong in de schotel. Na drie vluchten worden ze dan verder gespeeld op weduwschap tot einde juli. Deze duivinnen worden wel opgesloten in hun woonbak om onderling paren te voorkomen. Deze duivinnen worden ‘s morgens voor de weduwnaars en ‘s avonds na de weduwnaars uitgelaten. Ze trainen niet echt veel, maar gaan wel iedere week mee op de vluchten. In het begin was men bang dat de resultaten zouden lijden onder hun mindere training tijdens de week, maar omdat de resultaten zeer goed zijn kijken ze daar nu niet meer naar om. De weduwnaars trainen tot half Mei juist ‘s avonds en dit voor 1 uur, na half Mei 2 maal per dag. Deze duiven zien ze graag goed trainen , desnoods met bal en vlag in het begin van het seizoen. Alles moet namelijk geleerd worden. De meeste aandacht gaat door drukke werkomstandigheden naar het spel met de weduwnaars. De jongen worden verduisterd van 1 Maart tot einde Mei, zoals het past, maar wel met de gedachte dat het ongeveer 9 uur klaar is per dag. Ze worden gespeeld naar het systeem van hun vriend Maurice Casaert; ze blijven samen tot einde Juni en worden daarna verder gespeeld met de schuifdeur op weduwschap. Daar ze maar beginnen begin Juli is het in het begin moeilijk om tegen de jongen te spelen die al mee gaan op de vluchten van eind Mei. Toch waren de resultaten dit jaar met de jongen zeer goed en dit ondanks de mindere ervaring ten opzichte van hun leeftijdsgenoten. De jonge duivers worden als jong gespaard en doen niet veel vluchten, zeker niet bij zeer slecht weer. Ze moet op die 4 – 5 vluchten wel een paar flitsen tonen om op het weduwnaarshok te geraken, want daar is niet veel plaats over.